13 augustus 2009

Vuren in de nacht



Sommige boeken gaf uitgeverij West Friesland eerst uit in de Zonne-reeks voor oudere meisjes. Gebonden in linnen, met daarop een tekening van Hans Borrebach. Wanneer je een goed exemplaar hebt, zit de originele omslag daar ook nog bij. Ook van Borrebach, net als de illustraties. Wanneer zo'n boek goed verkocht was, werd het door West Friesland vervolgens herdrukt en uitgegeven in de goedkope Witte Raven pocketeditie. Diezelfde Hans Borrebach maakte er een nieuw omslag en illustratie voor.

Zo heb ik een aantal titels dubbel. Een ervan is Vuren in de nacht, van Medy Dona. Die schrijfster ben ik daarna nooit meer tegengekomen. Ze schrijft over Rudi Daelhuys, dochter van rijke ouders en bezig een nuf te worden, daar in Amsterdam. Ze heeft de leeghoofdige vrienden, de vader die het eigenlijk allemaal maar niets vindt, dat zinloze bestaan en de moeder die druk is met teaparty's, de manicure, de kleedster en de kapster. Tot zo ver iets nieuws.

Meestal ontwikkelt de hoofdpersoon zich in haar woonplaats zelf tot een aangenaam individu, voor wie geld niet meer telt, lief, aantrekkelijk en verloofd. Bij Rudi is het andersom. Zij gaat uit eigener beweging uit logeren, bij tante Emmy in Zuid Limburg. Oom Ad is er opzichter bij de staatsmijnen. Vandaar ook de 'Vuren in de nacht'. Tante Emmy, een zus van moeder, heeft ze al lang niet meer gesproken.

'Er moet iets anders zijn in het leven', bedenkt Emmy zich al in het eerste hoofdstuk. Maar wat?
Al lezende kom je er achter. Het leven in Zuid Limburg, en de mensen die er wonen. Haar oom en tante, de mijnwerkers en de jonge opzichter Jan Don, die bij haar familie in huis is.

Wat is hij anders dan Wim Rijkema, haar Amsterdamse kennis, die haar gevraagd heeft zijn meisje te worden. En wat weet hij veel van de mijnen en de omgeving. Van het delven van onze brandstof. 'Je denkt er niet bij na, hoe er eerst gezwoegd is om die kolen uit de grond te krijgen.'

Als de logeerpartij ten einde is, wil Rudi eerst niet weg, maar uiteindelijk gaat ze toch. Ze mist Jan. En tegelijkertijd mist ze het Amsterdamse stadsleven. Jan, die niet van haar stand is... ze schrijft hem een brief. Maar die bereikt zijn bestemming nooit. Want Jan komt die avond niet meer thuis om hem te lezen.

Jan raakt bekneld in een van de mijnen. En het duurt dagen voor ze hem gevonden hebben en kunnen redden. Die onzekerheid voor Rudi is lang genoeg om haar ervan te overtuigen dat Jan wél de ware is. Al stoffend en poetsend vindt ze de brief op de piano, ongeopend. Ze scheurt hem symbolisch in snippers, op de rails. EINDE.

Ja, want dat stond er nog onder vroeger, bij de boeken van West Friesland. Mocht je zelf die conclusie al niet hebben getrokken...

Geen opmerkingen: