07 september 2010

Lente voor Lot


Het tweede deel over Lot van de Griend en het achtste deel in de serie Goud Elsje. We beginnen met de verjaardag van Lot, die al lang niet meer zo eenzaam is als in het vorige deel. In tegendeel. Haar verjaardag wordt druk bezocht. En er zijn vaste gasten, voor de hele dag. Zelfs Els komt over. De vriendschap met haar is nog lang niet wat deze vroeger was, maar Els probeert uit alle macht om het te herstellen.

Onder alles door is er nog steeds dat ene: alweer een jaar ouder. En nog steeds niemand om... om op te hopen. Lot heeft nog altijd geen man gevonden voor het leven. Of, zoals Max de Lange dat schrijft, ze is nog steeds niet 'gevraagd' door een man 'voor wie ze haar hart wil openzetten'.

Er worden veel meer vrienden en kennissen geïntroduceerd, die Lot heeft weten te maken, in de afgelopen tijd. Jo Terwee, Anjo en Riemer Scholten, Nan Serné. Ook Renée Fabery komt weer voor. De meisjesboekenschrijfster nodigt Lot uit voor een verblijf op Terschelling. Daar treft ze een meneer Bosman. Jan Willem Bosman, die in het tweede deel werd geïntroduceerd als oud klasgenoot en mogelijk verloofde van Els. Hoe toevallig kan het leven zijn.

De man voor het leven houdt Lot nog steeds bezig. Daar is allereerst Marcel van Twist. Huisvriend van haar vrienden Derk en Diete Norde. Hij leek belangstelling voor haar te hebben, maar verloofde zich met een oud buurmeisje. De verloving raakt uit, maar hij blijkt niet om Lot te komen. En dan is er ook nog steeds Remco Vegter, de zwager van Renée Fabery. Hij vroeg haar een jaar geleden nog als moeder voor zijn dochter Annètje.

Tijdens haar vakantie op Terschelling overlijdt zuster Struyk. Een symbolisch afscheid. Want Lot heeft haar nu niet meer nodig, om de weg gewezen te worden. Lot weet zelf heel goed wat ze moet doen, om niet eenzaam te worden. Ze heeft geleerd zich open te stellen voor anderen en daardoor een rijk leven gekregen. Met Jan Willem Bosman weet ze vriendschap te sluiten. En ook met Marcel van Twist blijft ze goed bevriend, zonder verdere bijbedoelingen.

In het laatste hoofdstuk belt Remco Vegter haar opnieuw. Ze hebben elkaar maar even gezien, op Schiermonnikoog. Hij wil het graag voortzetten. Blijvend. Want na een gezellig uitje - ze hebben elkaar nog niet eens zo vaak gezien, maar het voelt zo vertrouwd met hem - vraagt hij haar om bij hem en zijn dochtertje te komen wonen. Als zijn vrouw. Niet langer als de moeder van zijn kind. En nu durft Lot wel. Meteen. Zonder aarzelen.

Ten slotte neemt ze zich nog voor om haar geluk als eerste met Els te delen, de volgende dag. Om haar het vertrouwen, waar ze Els 'zo afschuwelijk lang' op heeft laten wachten, terug te geven. Daarmee wordt ze nog gelukkiger dan ze al was. En ze dankt God.

Lente, dat is verliefd zijn, geliefd worden en op het punt van trouwen staan. Een late lente weliswaar, maar daarom niet minder mooi voor Lot. Wanneer God het werkelijk zo goed met ons voor zou hebben, zou ik ook dankbaar zijn. Maar helaas zit de werkelijkheid en vooral de mensen die er in leven, tegenwoordig zo niet meer in elkaar.

Geen opmerkingen: