28 februari 2014

Op de vleugels van de liefde

Op de startbaan van haar carrière als stewardess heeft de sympathieke Pennie Stevens al veel hindernissen moeten nemen, zo begint de wervende tekst op de achterflap.

Bedoeld wordt, dat de 24-jarige hoofdpersoon haar man in de steek heeft gelaten en haar zoontje heeft meegenomen, terug naar het ouderlijk huis. Thuis, waar vader een makelaarskantoor aan huis heeft en zij hem – ze heeft toch niet voor niets een secretaresseopleiding – administratief ondersteunt. Maar omdat pa al een vaste secretaresse heeft, wordt het voor Pennie tijd een droom te verwezenlijken: stewardess worden. Echter, zo gaat de tekst verder, door haar doorzettingsvermogen weet zij haar ideaal toch te realiseren. Beter was het geweest, als er had gestaan: doordat haar ouders haar onvoorwaardelijk steunen en bereid zijn als oppas te fungeren, kan ze een opleiding tot stewardess volgen. Waar ze uiteraard voor wordt ingeloot.

Alsof je met twee vingers in je neus door de selectie komt. Een vriendin van mij is stewardess geweest. Van haar weet ik, dat je het echt nog niet zo maar kunt worden. Maar in boeken gaat het nou eenmaal altijd van een leien dakje. En inderdaad: alles loopt op rolletjes, totdat zij in New York Friso Brinkman ontmoet. 


En na een korte ontmoeting is hij niet uit haar leven, nee, ze komt hem gewoon heel toevallig op een vlucht naar Egypte weer tegen. Al waar de vonken er van af vliegen. Als had Pennie niet al een huwelijk achter de rug. Als was ze nog nooit door een man aangeraakt. Nee, dit is zo ànders. Deze man is lief, ouder dan zijzelf en heeft uiteraard een geweldige baan als galeriehouder in New York. Want zo maar een kantoorklerk is zo iemand natuurlijk nooit. Na afloop van deze tweede ontmoeting in Egypte schrijft Pennie hem, hoe de vork in de steel zit. Wat haar privé omstandigheden werkelijk zijn.

Ze heeft kennelijk haar adres op het briefje achter gelaten, waardoor Friso haar zo bij haar ouders gevonden heeft. Hij wil wel een galerie in Nederland starten, het wonen en werken in New York er aan geven. Hij is dol op haar zoontje. Hij wil met Pennie trouwen en als het kan, zo snel mogelijk een broertje of zusje voor zoontje Lode op stapel zetten. En Pennie? Die is alles bij elkaar misschien een jaar stewardess geweest. Maar dat wilde ze toch al langer niet meer. Zo graag als ze het in het begin van het verhaal nog wél wilde, zo graag wil ze er nu weer mee stoppen. Om traditioneel moeder en huisvrouw te worden. Met zo veel woorden wordt het niet letterlijk gezegd, maar het wordt wel zo bedoeld. En verder, in het hele verhaal over de ex van Pennie, toch de vader van haar kind, geen woord. Alsof er niet zoiets is als een bezoekregeling. Alimentatie. Welnee. Allemaal niet relevant voor het verhaal.

Romantiek, geluk en liefde van nu, zo luidt de slogan van Kluitman, op deze moderne variant van de Sneeuwbalserie. Om uit te lezen en met een grote boog bij het oud papier te smijten, zou ik er bij willen zeggen. Van de Bouquetreeks weet je tenminste zeker, dat het nergens over mag gaan. Maar daar hebben ze in elk geval niet geprobeerd er nog iets van een verhaal in te stoppen, zoals hier. Die scheiding, die baan als secretaresse, er is nog een vriendschap met een vriendin, het doet er allemaal niets toe. Ook hier is het gewoon: krijgen ze elkaar? Ja, ze krijgen elkaar. Wat een verrassing.

20 februari 2014

Carla is geen kind meer

Het is een deel uit de Zonne-reeks voor meisjes. Maar eigenlijk is het helemaal geen meisjesboek. Het is een sprookje. En sprookjes bestaan niet. Veel van wat in dit verhaal voorkomt, kan ook niet. Of, beter gezegd: je kunt je er als meisje niets bij voorstellen. In mijn exemplaar, zonder omslag, staat met balpen een datum geschreven: 7-1-1957. Zou best wel eens de oorspronkelijke aanschafdatum van dit boek kunnen zijn. Zelf kocht ik het negenendertig en een half jaar later. Ik heb er mijn aanschafdatum ook in gezet. 01-09-'96.

Dit sprookje gaat dus over Carla. Een meisje van achttien uit een onderwijzersgezin. Papa is leraar aan de kweekschool in Den Haag, waar het gezin Enklaar ook woont. Naast papa is er mamma, die voor haar trouwen ook onderwijzeres was. En zijn er drie oudere zussen van Carla. Mirjam, die lerares is aan het meisjeslyceum in Den Haag, Toby, die onderwijzeres is in Loosduinen en Marijke die in Leiden studeert. Carla wil niet naar de universiteit en niet naar de kweekschool.

Al in het eerste hoofdstuk maken we kennis met Els, de vriendin van Carla, Els' broer Han en met Aart Wassink, een vriend van Han. We weten dan ook al, dat Carla bespottelijk strenge ouders heeft en drie volgzame schapen van zussen. Er volgt een scène over een studentenbal, waar niet alleen Carla voor wordt gevraagd, maar ook Marijke naar toe blijkt te willen.

Zoals in zo veel sprookjes gebeurt er iets vervelends. In dit geval dreigt Carla tijdens een spelletje snelzwemmen te verdrinken, maar wordt ze uiteraard gered door haar uitdager Aart. Er wordt wat getennist. En dan komt er opnieuw ruzie, over de gezamenlijke familievakantie. Marijke wil niet meer mee. Die gaat liever met een studentenkamp mee, naar Oostenrijk. Weer een hoofdstuk later zitten Mirjam en Carla plotseling in de trein naar Florence. Carla gaat er werken, als secretaresse voor Aart's vader, die schrijver is. En Mirjam brengt haar.

Er volgen een paar hoofdstukken vol Italië, met brieven van thuis en van Aart, die Carla al meteen zijn liefde verklaart, ook al heeft hij haar maar twee keer eerder gezien. Carla mag de ouders van Aart meteen oom en tante noemen. Tante Paula was eerst gouvernante bij oom Henk en zijn eerste vrouw. Nadat die eerste vrouw overleed, trouwde ze met hem en werd Aart geboren. Oom Henk is dus een gevierd schrijver. Uiteraard is tante Paula ook kunstenares. Ze schildert. En natuurlijk wonen ze in Nederland niet in een normaal huis, maar in een kasteel met bedienden. En dan is er dus nog pleegdochter Lucie - oom Henk en zijn eerste vrouw konden geen kinderen krijgen - die ook geen gewoon baantje heeft, maar kinderarts is.

Bij thuiskomst in Nederland mag Carla op het kasteel voor oom Henk verder werken. En blijkt Marijke zich met Han te hebben verloofd. Haar eigen 'verloving', dat vinden papa en mamma toch nog wat al te vroeg. Papa heeft trouwens veel aan zijn hoofd. Want hij krijgt zo maar twee banen aangeboden. Een als hoofd van de kweekschool in Groningen, en een als hoofd van een moderne, lagere school in Kijkduin. Maar hij hoeft niet te solliciteren, want hij heeft op de kweekschool een goede baan en in de avonduren geeft hij les op de handelsschool.

Papa, de strenge vader, blijkt toch een echte pedagoog te zijn. En zo ouderwets als hij is, hij is toch voorstander van die nieuwe school, met experimentele vormen van lesgeven, zonder lesrooster. Dat wordt het dus, zijn nieuwe baan. Kijkduin is niet zo ver van Den Haag of Loosduinen. Mirjam en Toby hoeven dus niet op zoek naar ander werk. En Carla, die blijft nog wel even bij oom Henk en tante Paula. Want na een kleine ruzie met Aart besluiten ze het zo maar weer bij te leggen. Die problemen, die akkefietjes over zijn karakter, ach, ze stelden eigenlijk niets voor. En ze leefden nog lang en gelukkig. Einde. Met illustraties van Hans Borrebach.

08 februari 2014

Het aanzien van

De serie bestaat nog steeds. Ik dacht, dat het echt iets van vroeger was. Maar nee hoor. Editie 2013 is nog gewoon te bestellen bij Het Spectrum. Je kunt het zelfs als inkijkexemplaar al raadplegen. Wat ik dan ook meteen heb gedaan. Om pas daarna het schrijven van deze blogbijdrage te vervolgen.

Ik ken de serie nog van vroeger, van mijn vader. Elk jaar kreeg hij het nieuwste deel voor zijn verjaardag. Dat keek hij dan door en bracht het vervolgens naar de archiefhoek op zolder. Waar de bananendozen met post-om-te-bewaren stonden, onze dozen met knutsels en rapporten en grote stapels oude Libelles, Panorama's en Nieuwe Revu's lagen. Allemaal niet om weg te gooien. De 'aanzienen' stonden er ook. En op van die dagen dat er geen school was en ik even niets te doen had, wilde ik nog wel eens naar de zolder gaan om in het archief te neuzen. Soms las ik dan ook zo'n Aanzien van.

Wij hadden ze jaarlijks vanaf 1971, het jaar waarin mijn ouders trouwden. En daarvoor nog een aantal delen die vijf jaar samenvatten.In mijn herinnering was het veel plaatjes en weinig tekst, op een voorwoord na. Achterin zat een soort register van mensen die dat jaar waren overleden. De foto's, slecht van kwaliteit, waren vooral heftig. Veel geweld, honger, verdriet. Er waren ook een paar leuke dingen gefotografeerd. De winnaar van het Eurovisie Songfestival. Iets van Koninginnedag. Maar het was vooral steeds weer een vliegtuigramp of overstroming. Gevechten in het Midden-Oosten. Onder al die foto's stond steeds een paar zinnen commentaar.Dat blijkt intussen wel wat veranderd.

Het inkijkexemplaar van vorig jaar geeft meer tekst en minder foto's. Het lijkt ook minder ellende. Of kan ik er beter tegen, omdat ik intussen ook dertig jaar ouder ben dan toen op zolder?

Wonderlijk, dat zo'n serie nog bestaat. In deze tijd, waarin alles op internet te vinden is, in welke vorm dan ook. De KB-catalogus geeft een uitgebreide omschrijving. De serie bestaat al een hele tijd. En als je verder zoekt, ontdek je ook, dat de titel Het aanzien van niet alleen wordt gebruikt voor die twaalf maanden wereldneuws in beeld. Er is ook een variant van de twintigste eeuw. Van Juliana. Van Bernhard. Van Claus en van Het huwelijk van Willem Alexander & Maxima. Veel van die Aanziens blijken samengesteld door Han van Bree. Van hem heeft de uitgever een mooie overzichtspagina samengesteld.

Al sinds 1962 verschijnt jaarlijks het enige echte, volledige overzicht van de opvallendste nieuwsfeiten, de grootste sportprestaties, de mooiste films en boeken en de populairste rages in binnen- en buitenland. Het resultaat is een kleurrijk en onvergetelijk tijdsbeeld van het afgelopen jaar, zo begint de uitgever de speciale Aanzien-van pagina op de website.

Wat noch de KB noch de uitgever vermeldt, is dat je doodgegooid wordt met oude Aanziens. Je kunt geen vrij-, kofferbak-, vlooien- of snuffelmarkt bezoeken, of je struikelt over zo'n doos. Daar zijn ze weer. Veel mensen waren ooit als mijn vader. Elk jaar kochten ze het nieuwste deel, voor de verzameling, voor het archief. Maar nu willen ze er ook weer massaal van af. Dat blijkt ook wel, als je Marktplaats vraagt, om het aantal Aanziens van. 1.145 advertenties.

Zelf bezit ik er drie. 1967, 1972 en 1995. De eerste twee kocht ik voor een euro per stuk op een rommelmarkt. Omdat het de geboortejaren van mij en mijn wederhelft betreft. Dat is wel leuk om te hebben. Die laatste erfde ik van mijn studievriendin. Zij overleed in 2003 en in 1995 studeerden we samen aan de bibliotheekopleiding. Het was het jaar van de evacuatie om het hoge water. Dat zal ik nooit vergeten. Zoiets blijft je ook wel onthouden zonder dat je een blik op het Aanzien van 1995 hebt geworpen. In mijn geboorte jaar vond de aanslag in München tijdens de Olympische Spelen plaats. En vijf jaar eerder was het de intocht van de vierdaagse van Nijmegen, dat jaar uitgelopen door prins Claus, de omslagfoto waard. Ook al van die nieuwsfeiten die je overal vind, als je zoekt op dat jaar.

03 februari 2014

De auto van de 20e eeuw

Vroeger, toen de boekenmarkten nog echte zoek-en-ook-vind feestjes waren, bezocht ik ze veel. Die van Deventer, uiteraard. Maar ook die in Dordrecht, Bredevoort en in mijn toenmalige woonplaats Tilburg. Dat was toen. Nu kun je er maar beter niet meer komen. Op de boekenmarkt, of wat er nog van over is. De handelaren gooien er alles op de kraam, wat ze op internet niet kwijtraken, zo hoorde ik een paar jaar geleden een bezoeker zeggen. En ik moest hem gelijk geven. Nee, een internet zoeker ben ik niet geworden. Want dan moet je weten waar je naar zoekt. En kun je dus ook voorspellen wat er gevonden gaat worden. Terwijl de onverwachte vondsten juist het leukst zijn.

Dit was de laatste vondst op de boekenmarkt van Tilburg. In 2010. Daarna ben ik er niet mer naar toe geweest. In 2010 was het handelaren aanbod was om te huilen, het weer trouwens ook. Het was augustus en slechts dertien graden, met stromende regen. Veel kouder nog dan eerder voorspeld. Van dat weer waar je maar niet warm van wordt. Gelukkig was daar de grote uitverkoop van de Tilburgse bieb nog. Warm, droog en veel te zien. Ik kocht er dit compacte overzicht. Circa 400 automodellen in woord en beeld. Vertaald uit het Engels. Dus gedegen. Met precies genoeg technische gegevens om het voor een leek als ik toch nog begrijpelijk te houden. Met een foto er bij. Een beschrijving per auto waarom-ie in dit overzicht thuishoort.

Alfabetisch geordend, van Abarth tot Zil, en alles wat daar tussen zit. Per merk een aantal typen. En die typen van het merk zijn dan weer chronologisch geordend. De inhoudsopgave voorin is per merk. Het register achterin is per merk ook nog in typen uitgesplitst. Er is een illustratieverantwoording en voorin een uitgebreid colofon. Met een biootje van beide schrijvers. Het zijn beiden redacteuren en schrijvers van autobladen. Dat verklaart veel. Daarom leest het waarschijnlijk ook zo goed weg.

Ja, het was een bieb boek, dus het heeft een harde kaft. Het lukte me de stickers er af te halen en ik moest het ook een beetje repareren met plakband. Maar ach, voor een euro kan je je geen buil vallen. Overzicht van vierhonderd automodellen in woord en beeld. Met kleurenfoto's. Aldus de aangebrachte beschrijving op het beroemde kaartje voorin. Dat wat in vaktermen boekhoekje heet. En die beschrijving, was dat geen annotatie? Het is al even geleden, dat formele ontsluiting. Met de spatie, punt spatie. Eerlijk gezegd bezoek ik nog maar nauwelijks een bibliotheek. Maar om een tweedehands boek te scoren op een boekenmarkt die verder hopeloos tegenvalt kun je er nog altijd heel goed terecht. Voor weinig.

Laat dat nog even zo blijven. Dat boeken kunnen kopen in de bibliotheek. Want ik heb niks met boeken kopen via Marktplaats. Ik wil ze zien, voor ik ze aanschaf. En ik wil er, behalve dat onverwachte, ook nog iets van een beleving bij hebben. Om het maar eens met een misbruikte marketing term aan te duiden. Dat gevoel van: yes. Die koop ik. Leuk voor in mijn boekenkast. Een steeds opnieuw doorblader boekje. Waar je ook nog eens wat van opsteekt.

'De auto van de 20e eeuw' verscheen oorspronkelijk in 2002 bij uitgeverij Carlton te  London,onder de titel: '20th century cars : the complete guide to the century's classic automobiles'.